Stefan Dingemans
Historicus, gespecialiseerd in Romeinse geschiedenis,
Joodse geschiedenis en klassieke archeologie
In de eerste zes eeuwen van onze huidige jaartelling heeft de Joodse gemeenschap in het Romeinse Rijk in het Middellandse Zeegebied zich enorm uitgebreid. Een van de manieren hoe we
dit te weten zijn gekomen, is door de migratie naar Noord-Europa waar zich in de Middeleeuwen
grote Diasporagemeenschappen bevonden. De andere manier waarop we deze verspreiding kunnen zien is door middel van wat deze gemeenschappen hebben achter gelaten. Aan de hand van al deze archeologische, epigrafische, en papyrologische bewijsstukken krijgen we niet alleen een beeld van hoe deze Diaspora eruit heeft gezien, maar ook hoe de verschillende gemeenschappen in elkaar zaten. In deze lezing staat dit corpus aan antiek Joods bewijsmateriaal centraal om zo culturele kenmerken, migratiepatronen en de impact van klimaatverandering te belichten tijdens deze 600-jarige periode.
Prof. dr. Bleda Düring
Hoogleraar Archeologie van West-Azië, Universiteit Leiden
De kopertijdsamenlevingen op Cyprus (4000-2500 v. Chr.) weken wezenlijk af in hun economie
en samenlevingsvorm van de hen omringende regio’s in west Azië. Terwijl complexe verstedelijkte samenlevingen, vroege staten en schriftvormen, en lange afstandshandel zich ontwikkelden
in het oostelijk Mediterraan gebied, bleef Cyprus afzijdig van deze processen. Op Cyprus vinden
we kleine boerendorpjes met ronde huizen en er zijn op het eerste gezicht weinig aanwijzingen
voor complexe samenlevingen. Een populair idee is dat deze kopertijdsamenlevingen geïsoleerd waren van de omliggende samenlevingen en relatief egalitair. In de laatste jaren komen er echter steeds meer aanwijzingen dat er wel degelijk contacten waren en dat er ook op Cyprus ontwikkelingen richting sociale complexiteit waren. In deze lezing zal geput worden uit de resultaten van Leidse opgravingen te Chlorakas-Palloures, die sinds 2015 plaats vinden.
Dr. Jörn Soerink
Docent Latijnse taal- en letterkunde, Universiteit Leiden
In wellicht de meest controversiële scène van het epos van Vergilius doodt Aeneas in een vlaag van woede zijn vijand Turnus. De centrale vraag is: handelt Aeneas juist? Had hij Turnus, volgens het advies van zijn vader Anchises, moeten sparen? Hoe moeten we zijn woede-uitbarsting evalueren? Waarom wordt Turnus’ dood als (mensen)offer gepresenteerd? En hoe interpreteren we het feit dat Aeneas intertekstueel de rol speelt van zijn eigen vijand Achilles? Zowel de optimistische als pessimistische interpretatie van deze scène komen aan bod.
Petra Meijerink-Hogenboom MA
Assistent-conservator Egypte Rijksmuseum van Oudheden Leiden
In 1322 v.Chr. overleed op 19 jarige leeftijd Toetanchamon. Zijn graf met een onvoorstelbaar rijke inhoud werd 3244 jaar later teruggevonden in het Dal der Koningen. Het bijzondere verhaal en de prachtige voorwerpen werden wereldnieuws. Maar wat wist men eigenlijk van deze jongeman en wat weten we nu? We kijken in deze lezing terug op het leven van de jonge farao, de zoektocht en de voorwerpen die in zijn graf werden aangetroffen. Ook staan we stil bij het effect van deze vondst tot op de dag van vandaag.
Rogier van der Wal
Classicus, filosoof, oudheidkundige en bestuurskundige
De figuur van Antigone leert ons waar verzet tegen een tirannieke leider toe kan leiden en hoe nobel en tegelijk gevaarlijk het is om onder repressie aan je eigen morele standaarden vast te houden. Deze thematiek kan moeiteloos naar het heden doorgetrokken worden, naar verzet en revolutie, maar ook naar burgerlijke en intelligente ongehoorzaamheid. Een van de centrale begrippen in deze lezing is ‘agency’, waarbij het gaat om de vraag welke handelingsmogelijkheden een individu heeft om in de wereld iets te veranderen.
Dr. Janric Van Rookhuijzen
Onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, specialist in Griekse archeologie
In de vijfde- en vierde-eeuwse inventarissen van Athena’s schatten komt een locatie voor die het “Parthenon” wordt genoemd, als een van de schatkamers op de Akropolis van Athene. Op basis van epigrafische, archeologische en literaire bewijzen kan de schatkamer die het Parthenon wordt genoemd worden herkend in het gebouw dat nu bekend staat als het Erechtheion. De ligging van dit gebouw is een topografisch probleem. Is het Erechtheion na de inval van de Perzen in 480 v. Chr. verplaatst naar de Kariatidentempel of is het herkenbaar in het Dörpfeldfundament van het Parthenon?
Dr. Ruwan van de Iest
Docent Koinè en Nieuwtestamentisch Grieks, Rijksuniversiteit Groningen
Sinds de oudheid gelden de werken van Homerus al als standaard voor de Griekse taal en cultuur. Kinderen op Griekse scholen moesten deze teksten lezen, om zich zo de Griekse taal eigen
te maken en te leren wat het betekende om Griek te zijn. In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de invloed vanuit het Oude Nabije Oosten op de werken van Homerus. Tijdens
deze lezing gaan we ons verdiepen in een aantal verhalen die terug te vinden zijn in de werken
van Homerus, die mogelijk hun oorsprong vinden in het Oude Nabije Oosten. Allereerst maken
wij een analyse van de overeenkomsten en verschillen tussen de verhalen uit het Nabije Oosten
en de versie die wij terugvinden in de werken van Homerus. Vervolgens staat de vraag centraal
waarom Homerus de mogelijk aanwezige wijzigingen heeft aangebracht. Was dit bewust of onbewust? Tenslotte gaan we bespreken hoe deze mogelijke wijzigingen iets zeggen over de Griekse cultuur uit de tijd van Homerus en de waarden die in deze cultuur centraal stonden.
Foto: © The Trustees of the British Museum.