Maurits Lesmeister
Classicus en docent Gymnasium Amersfoort Johan van Oldenbarnevelt
Het verhaal van Galatea, de nimf op wie de cycloop Polyfemus tevergeefs zijn verleidingskunsten loslaat, is vooral onsterfelijk geworden in Ovidius’ Metamorfosen. In deze lezing wordt deze tekst bezien als de spil in een groter geheel van teksten waarin een Galatea de hoofdrol speelt: Ovidius’ voorgangers (Theokritos, Vergilius) en opvolgers in allerlei media: humoristische varianten in poëzie (bijvoorbeeld Sannazaro en Bembo), beeldende kunst (Rafael en Caracci) en muziek (Händel).
Drs. Theo Krispijn
Gepensioneerd docent Sumerologie, Oude Nabije Oosten Studies/Assyriologie, Universiteit Leiden
Het langste gedicht in het Sumerisch vormen de cilinder-inscripties van Gudea van Lagaš (ca. 2120 v.Chr.). In Cilinder A beschrijft Gudea zijn droom over de opdracht de grote tempel Eninnu in Girsu te bouwen, de uitleg van de droom, de bouwwerkzaamheden en in Cilinder B de inwijding van de tempel. Dit gedicht geeft een zeer verhelderende kijk op het (godsdienstig) leven van stadsvorst Gudea en de bewoners van Lagaš. Omdat de opgravingen op het Eninnu-terrein na een lange onderbreking onlangs weer zijn hervat, is het goed om met een nieuwe blik naar deze klassieke Sumerische tekst te kijken. Met PowerPoint en handout.
Ds. Robin ten Hoopen
Specialist Hebreeuwse Bijbel in de context van het oude Nabije Oosten, promovendus PThU en predikant
‘De koning is dood, leve de koning’. De historicus Kantorowicz heeft in zijn klassieke werk over Middeleeuwse politieke theologie gesproken over de twee lichamen van de koning (The King’s Two Bodies. A Study in Mediaeval Political Theology, 1957). De koning is sterfelijk als mens, maar in zijn ambt kan de koning onsterfelijk zijn. In deze lezing wordt gekeken naar teksten uit Mesopotamië, de Levant en de Bijbel die spreken over sterfelijkheid en onsterfelijkheid van de koning (o.a. Kirtu Epos, Psalm 45, 61, 72). Sommige van deze teksten lijken inderdaad te duiden op de idee van de twee lichamen van de koning. Andere teksten wijzen vooral op de continuïteit van het koningschap in een dynastie. De spreker laat zowel de continuïteit als discontinuïteit tussen en binnen de verschillende tradities zien.