Menu

Lezingen

Lezingen per afdeling:

Amersfoort | AmsterdamApeldoorn | Den Bosch | Dordrecht | Groningen/Friesland | Haarlem | Leiden/Den Haag | LeuvenMaastrichtRotterdam | Twente | UtrechtZutphen/Deventer/Arnhem

NINO/EOL-lezingen

feb
27
vr
Tatoeages in de Bijbel en in het oude Nabije Oosten @ Dordrecht
feb 27 @ 20:00

Prof. dr. Marjo Korpel
Hoogleraar Oude Testament, Protestantse Theologische Universiteit

Tatoeages lijken de nieuwe sieraden van nu te zijn geworden. Toch roepen ze ook verzet op. Zo kunnen bedrijven bezwaar maken tegen medewerkers met tatoeages. Ook de Bijbel is negatief ten aanzien van tatoeages, en lijkt zelfs verboden tegen tatoeages te bevatten (boek Leviticus). In deze lezing bekijken we de teksten uit de Hebreeuwse Bijbel die verband houden met tatoeages, en onderzoeken we de vraag waar de verboden mee te maken kunnen hebben. Omdat verboden in de Hebreeuwse Bijbel vaak ook verband houden met afwijzing van gebruiken bij omringende volkeren, wordt ook het gebruik van tatoeages in het oude Nabije Oosten bekeken. Wat waren tatoeages in die tijd, waarvoor werden ze gebruikt? En hoe kan het gebruik elders in de oudoosterse wereld geleid hebben tot die strenge verboden in de Hebreeuwse Bijbel? Met powerpoint.

apr
24
vr
Een oud-Egyptische tolk naar het Babylonisch aan het hof van koning Toetanchamon @ Dordrecht
apr 24 @ 20:00

Dr. Nico Staring
Docent Egyptische archeologie, Universiteit Leiden, wetenschappelijk medewerker, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

De Egyptische koningen van het Nieuwe Rijk onderhielden intensief contact met heersers en vazallen elders in het Midden Oosten. De zogenaamde Amarna-brieven uit de 14e eeuw v.Chr. geven ons een bijzonder gedetailleerd beeld van de diplomatie contacten. De brieven van en naar Egypte werden geschreven in het Akkadisch (Babylonisch), de lingua franca van de interculturele correspondentie tijdens de Late Bronstijd. Die brieven noemen ook de koninklijke boodschappers die naar verschillende paleizen worden gestuurd – vaak samen met kostbare geschenken. In een enkel geval wordt genoemd dat die boodschappers vergezeld werden door een tolk – een beroep waarover we relatief weinig weten. Een grafreliëf in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden toont de unieke scène van een tolk aan het hof van Toetanchamon. Een recente ontdekking in de begraafplaats Sakkara bij het oude Memphis werpt mogelijk nieuw licht op het onderwerp. Een opgraving van de Egyptische oudheidkundige dienst stuitte er op de grafkapel van een ambtenaar uit de tijd van Toetanchamon. De grafeigenaar met de niet-Egyptische naam Pakana was een “tolk van de taal van Sangar (= Babylonië)”. Wat betekent deze volstrekt unieke titel? En wat kunnen we zeggen over de culturele achtergrond van Pakana? Deze lezing presenteert de archeologische vondst en bespreekt de rol van tolk aan het Egyptische hof en in de interculturele diplomatie.